Sinds 1990 werkt Eindhovenaar Paul bij de brandweer in deze regio, en was in die tijd nog in dienst van de gemeente Eindhoven. ‘In die jaren waren er gemeentelijke brandweerkorpsen,’ legt hij uit. Langzaamaan ging de organisatie van de brandweer steeds meer over naar een regionaal niveau. ‘Ons takenpakket werd steeds verder uitgebreid en sinds 1 januari 2007 zijn we verder gegaan als veiligheidsregio. Naast het nog steeds voorkomen, beperken en bestrijden van branden en andere ongevallen, zorgt de veiligheidsregio voor het voorkomen, beperken en bestrijden van (de gevolgen) van rampen en (fysieke) crises, zoals natuurrampen, en uitval van infrastructuren. Net als de MRE is Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost een netwerkorganisatie voor 21 gemeenten, maar dan voor (fysieke) veiligheid.’
Een veilige maatschappij voor iedereen
Paul ziet een toename van de effecten van een incident. ‘Waar het eerst een ‘gewone’ brand in een woning of een gebouw was, worden we nu geconfronteerd met (zelfbouw)thuisbatterijen of een intern energieopslagsysteem. En onder meer vanwege de daarbij vrijkomende rook, kan het snel ontaarden tot een ‘crisis’.’ Hoewel hij een brandweeruniform draagt, opereert hij bij incidenten als adviseur, vanuit de grotere gedachte van de veiligheidsregio. Hij benadrukt: ‘Ons doel is altijd bijdragen aan een veilige maatschappij en het welzijn van de mensen die hier wonen, werken, verblijven en recreëren. Net zoals dat geldt voor andere netwerkorganisaties zoals de GGD, de politie en de MRE.’
Veiligheid en technologische ontwikkelingen
De Veiligheidsregio kijkt ook vooruit. ‘We willen ervoor zorgen dat technologische ontwikkelingen zo veilig mogelijk zijn,’ zegt Paul. Daarom neemt hij samen met andere collega's deel aan de MRE-overleggen. ‘Met nieuwe technieken om energie op te wekken of op te slaan, weet je nog niet precies welke veiligheidsrisico’s dit met zich meebrengt. Maar op basis van onze ervaring kunnen we hier wel een inschatting van maken, advies geven en risico’s en hogere kosten achteraf voorkomen.’ Als voorbeeld noemt Paul het plaatsen van ‘buurtbatterijen’ in woonwijken. ‘Wij weten wat de effecten kunnen zijn als deze energieopslagsystemen in brand vliegen. Voordat ze daadwekelijk geïnstalleerd worden, kunnen wij meedenken over de locatie en over aan te brengen voorzieningen.’ Zolang er geen wettelijke voorschriften zijn, komen dit soort activiteiten niet altijd in beeld. Soms worden bepaalde risico’s toch bewust geaccepteerd, of speelt een financiële afweging een rol om een andere keuze te maken. Dit geldt ook voor nieuwe oplossingen zoals windmolens en zonneparken. Wat is de kans dat een windmolen omvalt en wat zijn de gevolgen daarvan?
Vroegtijdige samenwerking is cruciaal
Met de samenwerking tussen de Veiligheidsregio en de MRE wordt de rol van veiligheid erkend. Toch ligt de uiteindelijke beslissing over het realiseren van nieuwe manieren van energieopwekking en energieopslag bij gemeenten of de provincie. Die zijn immers het bevoegde gezag. ‘Nu worden we vaak pas ingeschakeld wanneer het vergunningstraject voor bijvoorbeeld een zonnepark al loopt. Dat werkt op zich goed, maar liever komen we eerder aan tafel, bij de MRE, gemeenten en portefeuillehouders,’ zegt Paul.
‘Zonder een te grote broek aan te trekken, wil ik iedereen oproepen om veiligheid (en ook gezondheid) zo vroeg mogelijk een plaats te geven. Zo kunnen wij meedenken, adviseren en effectief samenwerken. De samenwerking met de MRE is een belangrijke eerste stap. Laten we dit samen voortzetten en uitbreiden!’