Voor haar aanstelling bij Metropoolregio Eindhoven deed Natascha onderzoek aan de TU/e. ‘Eerst keek ik naar hoe rechtvaardigheid in de energietransitie zich uit en hoe je hierop kunt sturen. Daarna onderzocht ik hoe gemeenten hun rol oppakken als regisseurs van de energietransitie.’ Bij de MRE krijgt ze nu de kans om haar bevindingen in de praktijk te brengen. Als procesmanager warmtetransitie houdt ze zich bezig met de regionale warmtebronnenstrategie.
Beschikbare warmtebronnen in kaart brengen
Als eerste stap binnen de warmtebronnenstrategie worden de beschikbare warmtebronnen in kaart gebracht. ‘Voor onze Metropoolregio Eindhoven is dat best een uitdaging,’ legt Natascha uit. ‘We beschikken hier niet over zoveel bronnen als andere regio’s waar meer industrie is die restwarmte produceren. Wat we wél hebben, is bijvoorbeeld het Wilhelminakanaal, dat we zouden kunnen gebruiken voor aquathermie. Ook is er potentieel voor geothermie.’ Alle beschikbare warmtebronnen worden opgenomen in het warmtebronnenregister.
Hoe toetsen we de warmtebronnen?
De volgende stap is het toetsen van de beschikbare bronnen aan verschillende principes. ‘Denk hierbij aan de betaalbaarheid voor de eindgebruiker, maatschappelijke kosten, technische mogelijkheden en impact op mens en milieu.’ Op 1 april vindt het werkatelier plaats, waarin de principes worden afgestemd en bepaald wordt hoe zwaar ieder principe weegt.
Samenwerken over gemeentegrenzen heen
Voor ambtenaren uit de 21 MRE-gemeenten kan de warmtebronnenstrategie straks dienen als leidraad voor het opstellen van het lokale warmteprogramma. ‘We moeten samen goed nadenken over de beschikbare bronnen. Het is niet wenselijk dat slechts één gemeente alle warmte uit het Wilhelminakanaal haalt, want dan blijft er geen warmte-energie meer over voor de anderen. Laten we deze strategie gebruiken om samen regionale afspraken te maken en daarbij ook over de gemeentegrenzen heen te kijken. Hoe mooi zou het zijn als de restwarmte van de ene gemeente, gebruikt kan worden door de buurtgemeente?’
Van onderzoek naar praktijk
Met haar nieuwe rol kan Natascha een concrete bijdrage leveren aan de warmtetransitie. ‘Mijn werk is minder theoretisch geworden. Onderzoek doen is erg leuk en theorie vind ik interessant, maar de praktijk is dat ook. Samen moeten we de puzzelstukjes aan elkaar verbinden, net zoals ik dat voorheen bij TU/e deed in mijn onderzoeken. Ik vind het prettig om nu dichter bij de praktijk te zitten en een bijdrage te leveren aan de warmtetransitie die we samen vormgeven.’